Persoonlijkheid wordt gedefinieerd als: de typerende manier waarop je reageert/handelt in verschillende situaties. Persoonlijkheid wordt omschreven in termen van persoonlijkheidskenmerken. Denk hierbij aan verlegenheid, loyaliteit etc. Een veel gebruikt psychologisch model om verschillende persoonlijkheidskenmerken te plaatsen is het Big Five-model (voor het eerst wetenschappelijk vastgesteld door Tupes & Christal, 1961). Het Big Five-model gaat uit van vijf basisdimensies van persoonlijkheid die ten grondslag liggen aan diverse verschillende persoonlijkheidskenmerken:
–Extraversion (extraversie): in hoeverre voelt iemand zich op zijn gemak bij anderen? Extraverte personen omringen zich graag met anderen en zijn sociaal. Introverte individuen zijn gereserveerder en minder spraakzaam.
–Agreeableness (inschikkelijkheid): in hoeverre richt iemand zich naar anderen? Inschikkelijke personen kunnen goed samenwerken en hebben vertrouwen in anderen. Personen die minder inschikkelijk zijn, zijn afstandelijk en soms zelfs vijandig.
–Conscientiousness (plichtsgetrouwheid): in hoeverre is iemand betrouwbaar? Plichtgetrouwe mensen voelen zich verantwoordelijk en zijn volhardend. Personen die dat minder hebben zijn vaak ongeorganiseerd en onbetrouwbaar.
–Emotional stability (emotionele stabiliteit): hoe goed kan iemand omgaan met stress? Mensen met een goede stabiliteit hebben veel zelfvertrouwen en zijn kalm. Personen met een lage emotionele stabiliteit zijn angstig en nerveus.
–Openness to experience (openheid): in hoeverre staat een persoon open voor nieuwe ervaringen? Personen die hoog scoren op openheid zijn nieuwsgierig en creatief. Een lage score betekent dat iemand conventioneel is.
Er is wetenschappelijk aangetoond dat de basisdimensies iets zeggen over werkprestaties. Logischerwijs past extraversie bij beroepen waarbij er veel sociale interacties zijn, zoals salesfuncties.
Je zou zeggen dat een lage score op emotionele stabiliteit (angstig en nerveus) een negatieve invloed zal hebben op werkprestaties, maar dat blijkt niet (volledig) het geval te zijn: nervositeit is een onderdeel van een lage emotionele stabiliteit welke wel degelijk een positieve invloed kan hebben op werkprestaties. Bij het beroep van beleggingsadviseur kan het goed zijn om een bepaalde mate van nervositeit te hebben omdat die persoon alert moet zijn op uit te zetten acties. Nervositeit kan alertheid verhogen. Angst, een ander kenmerk van een lage emotionele stabiliteit, beïnvloedt werkprestaties over het algemeen weer wel in negatieve zin. Emotionele stabiliteit is dé dimensie binnen de Big Five die het sterkst samenhangt met werktevredenheid en een laag stresspeil (en dat is weer belangrijk bij verzuim).
De Big Five ligt ten grondslag aan veel (gevalideerd) testmateriaal gebruikt bij assessment- en development centers. Het is een persoonlijkheidsmodel wat als leidend wordt gezien binnen de psychologie. Om persoonlijkheidskenmerken te koppelen aan werkprestaties is een degelijke kennis over de psychologie en persoonlijkheidstheorieën belangrijk.
Bron: Robbins & Judge (2011). Gedrag in organisaties. Amsterdam: Pearson Education. EAN: 9789043095174
Geef een reactie