Individuen in teams werken samen om gemeenschappelijke doelen te bereiken. Wanneer deze individuen gemeenschappelijke doelen hebben en de resultaten van ieder individu worden beïnvloed door het gedrag van anderen noemen we dat sociale interdependentie. Er zijn drie typen sociale interdependentie mogelijk:
1. Positieve interdependentie (‘samenwerking’): de idealen waar de teamleden individueel naar streven zijn op een positieve manier met elkaar verbonden. Een individu kan alleen diens doelen bereiken als de andere teamleden ook hun doelen bereiken.
2. Negatieve interdependentie (‘competitie’): een individu ziet in dat diens doelen alleen bereikt kunnen worden als de andere groepsleden hun idealen en doelen niet zullen bereiken.
3. Geen interdependentie (‘individualisme’): de idealen en doelen van alle individuen laten geen enkele samenhang zien.
De theorie rondom sociale interdependentie stelt dat het type interdependentie bepaalt hoe individuen met elkaar omgaan. Met andere woorden: het type interdependentie bepaald het type interactie- en communicatiepatroon tussen de verschillende individuen. Positieve interdependentie resulteert in positieve interactie- en communicatiepatronen. Voorbeelden hiervan zijn: elkaar helpen, vraagtekens zetten bij argumenten van anderen, elkaar vertrouwen, feedback geven etcetera.
Negatieve interdependentie leidt tot negatieve interactie- en communicatiepatronen zoals elkaar tegenwerken, argumenten niet van commentaar voorzien, weinig vertrouwen en geen feedback geven waardoor de kans vergroot wordt dat anderen slechter presteren dan uzelf.
Bij ‘geen interdependentie’ is er geen interactie tussen verschillende partijen. Ieder concentreert zich op het behalen van diens eigen idealen en doelen.
Hoe kan communicatie in groepen bevordert worden (door ingrijpen coach of leidinggevende)?
Uit het voorgaande wordt wel duidelijk dat slechts bij positieve interdependentie sprake kan zijn van effectieve communicatie. Immers, dan zijn alle individuen bereidt de gemeenschappelijke doelen na te streven. Communicatie in teams wordt dus bevorderd door het fenomeen positieve interdependentie. Positieve interdependentie bevordert de eenheid in de groep. De eenheid zegt iets over de onderlinge verbondenheid van de teamleden. Positieve interdependentie zorgt voor positieve interactie tussen teamleden zoals helpgedrag. Deze positieve interactie komt niet vanzelf tot stand. Van de teamleden wordt gevraagd dat zij goede sociale vaardigheden hebben. Tot slot is het voor het optimaal functioneren van een team belangrijk dat er een zekere mate van teamreflectie plaatsvindt. Daar wordt onder verstaan het terugkijken (bijvoorbeeld tijdens een teambijeenkomst) om te inventariseren welke acties van de teamleden positief danwel negatief hebben uitgepakt voor het behalen van gemeenschappelijke doelen. Tevens wordt dan besloten welke acties voortgang hebben en welke stopgezet worden. Het bevorderen van positieve interdependentie kan begeleid worden door een (externe) coach of leidinggevende.
Bron: Johnson & Johnson (2011). Groepsdynamica: theorie en vaardigheden. Amsterdam: Pearson Education. ISBN 9789043095181
Geef een reactie